Dirk jr. woonde met zijn vader Dirk sr. en zijn moeder Berendje op een stadsboerderij aan de Vloeddijk no. 34 in Kampen. Dirk sr. en Dirk jr. waren zogenaamde Grootburgers. In 1904 had de familie 10 stuks vee en maakte gebruik van de waterleiding. Deze stadsboerderij had geen ingang naar achteren. Het verplaatsen van het vee en de mest naar de straat vond plaats via de gang van het woonhuis.
De Kampenaren haalden eeuwenlang hun drinkwater uit de IJssel, de grachten en de stadspompen. Dat het drinken van dit water niet bepaald gezond was, was tot ver in de 19de eeuw onbekend. Riolering bestond nog niet en door de vele mestvaalten van de Kamper Koeboeren was het grondwater ernstig vervuild. Het water uit de stadspompen was dan ook een bron van bacteriële infecties, die soms enorme epidemieën veroorzaakten. De stad werd in deze eeuw maar liefst vijfmaal getroffen door een uitbraak van cholera.
Vanaf april 1889 werden de eerste Kampenaren op de waterleiding aangesloten. Echter veel Kamper stadsboeren bleven gebruik maken van de stadspompen. Zij hadden voor hun vee veel water nodig en het pompwater was in tegenstelling tot het leidingwater gratis. Het gemeentebestuur verbood in 1902 nog langer het verontreinigde water te gebruiken, wat leidde tot een boerenopstand. De bereden marechaussee moest er zelfs aan te pas komen om de gemoederen tot bedaren te brengen. Uiteindelijk schikten de Kamper stadsboeren zich in hun lot en gingen over op het water uit de waterleiding.
“Dat is hoe mensen leven, door verhalen te vertellen. Wat is het eerste dat een kind zegt als hij leert praten? ‘Vertel me een verhaal.’ Dat is hoe we begrijpen wie we zijn, waar we vandaan komen. Verhalen zijn alles.”
Carol Shields
Amerikaans schrijfster 1935-2003